Wij & Zíj — waarom het verhaal van ‘luiaards’ moet sneuvelen

Gepubliceerd op 17 oktober 2025 om 09:35

Wij & ZIj

Ze zeggen dat mensen in armoede lui zijn.
Ze zeggen dat ze profiteren, misbruik maken, niet willen werken.
Ze zeggen dat wij — de “normale” werkenden — de rekening betalen.

Die framing is geen toeval. Die is strategie.

Laat me je meenemen naar Brugge, waar onlangs een Netflix-gerelateerd dossier in het nieuws kwam — een 'schandaal' dat niet alleen ging over rechten en plichten,
maar over beeldvorming, manipulatie en het neerzetten van “de armen” als de moreel zwakke tegenpool.

Politici, media en opinievormers leggen — bewust of onbewust — de nadruk op individuele schuld: “zij hadden de keuze”, “zij maken er een rommeltje van”, “zij willen niet meedoen”. Daarmee creëren ze het onzichtbare maar krachtigste wapen in ongelijkheid: het verdeel-&-heers-discours.

Van framing naar vijandbeeld

Wanneer je een groep mensen voortdurend reduceert tot stereotype beelden — werkweigeraars, profiteurs, lastpak — ga je langzaam maar zeker een wij-zij-scheiding uittekenen.
De taal van beleidsnota’s, journalisten, politici voedt die scheiding:

  • Zij laten zich leiden door gemakzucht, wij staan voor inzet.

  • Zij zijn passief, wij zijn actief.

  • Zij nemen misbruik, wij dragen bij.

Maar: wat als we dat benadrukken?
Wat als we omdraaien wat je hoort:
dat wij — de maatschappij, de beleidsmakers — lui zijn in het garanderen van menselijke rechten?
Dat wij falen om goed beleid te maken? Dat wij structureel falen als we mensen verdringen en hun stem dempen?

Waarom verzet hét tegengif is

 

  • Want wie zwijgt, stemt toe. Elk stilzwijgen legitimeert het neoliberale dogma dat sociale bescherming een luxe is, geen basisrecht.

  • Want wie handelt, toont alternatieven. Wie opstaat met een wit laken, wie hun verhalen vertolkt, wie drempels neerhaalt, legt bloot wat anders verborgen blijft.

  • Want wie verbindt, breekt zij-zij. Wie mensen in armoede niet “zij” noemt, maar “ons” laat worden, bindt samen.


 

We moeten die wij-zij-grens slopen.

Elk interview, elk opiniestuk, elke campagne moet de menselijkheid laten klinken — niet het stereotype.

Hoe we de barricade verhevigen

 

  • Verhalen vertellen, laten horen
    We don’t need meer statistieken — we hebben stemmen nodig. Mensen in armoede moeten zélf spreken, zelf gezien worden. Journalisten moeten hun woord geven, niet “over hen” spreken, maar wíj-zíj-structuren doorbreken.

  • Frame aanscherpen, niet overnemen
    Wanneer een politicus zegt “zij willen niet werken”, moeten we vragen: welke obstakels worden hen opgelegd? Hoeveel mensen willen werken maar vinden geen werk dat hen uit de armoede tilt? Wie investeert in sociale banen?

  • Het witte laken herdefiniëren
    Het witte laken is geen passief symbool — het is een daad van collectieve weigering: dat we niet accepteren dat mensen onzichtbaar vallen. Laat het niet een geïsoleerd gebaar zijn, maar een dagelijkse praktijk: in educatie, beleid, media, buurtwerkingen.


 

 

  • Strakke eisen, geen compromissen op waardigheid
    We mogen niet vragen “mag het iets minder erg?” — we moeten eisen dat elk inkomen boven de armoedegrens komt, dat sociale bescherming geen ingewikkelde procedures kent, dat beleidsbeslissingen langs een armoedetoets gaan.

  • Solidair én consequent
    Steun verenigingen, bezet publieke fora, organiseer collectieve acties, maar blijf vasthouden — ook wanneer de media-aandacht wegebt. Structureel verzet blijft nodig zolang ongelijkheid structureel is.


 

Een uitnodiging tot omdenken

Aan iedereen die leest: denk niet in “zij hebben het verdiend” of “zij moeten veranderen”.
Denk in wij, in de samenleving, in verbinding.
Want kwetsbare burgers vormen geen bedreiging — ongelijkheid is de bedreiging.

Blijf de barricade bewaken.

Laat het witte laken wapperen als teken van verzet — een herinnering dat onze strijd er één is voor menswaardigheid, niet voor privileges. Want waardigheid is geen gunst, maar een recht. Voor iedereen.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.